Triggerpoints en fascia

Over myofasciale triggerpoints

Triggerpoints, althans myo-fasciale triggerpoints, zijn plaatselijke verkrampingen in spieren. “Myo” staat voor “spier”.  “Fascia” staat voor bindweefsel. Onze spieren bestaan voor ongeveer 30% uit bindweefsel! Triggerpoints veroorzaken een enorm scala aan verschillende soorten klachten. Pijn is wat we vaak als eerste opmerken. Maar ook duizeligheid, oorpijn, sinusitis, misselijkheid, maagzuur, hartritmestoornissen, pijn aan de geslachtsdelen en gevoelloosheid in handen en voeten kunnen door triggerpoints worden gegenereerd. Zelfs van fibromyalgie is bekend dat het zijn oorsprong vaak heeft in triggerpoints.

Triggerpoints zijn de bron van de pijn die zo vaak onterecht wordt aangezien voor artritis, tendinitis, bursitis, en letsel aan de gewrichtsbanden. Denk aan klachten aan de gewrichten, zoals schouder, pols, heup, knie en enkel. De symptomen die door triggerpoints worden veroorzaakt komen voor in voorspelbare patronen. Daardoor zijn triggerpoints gemakkelijk te vinden en te elimineren.

Het Handboek Triggerpoint-therapie biedt naast de topografie van triggerpoints een systeem van zelfmassage waarmee je in korte tijd verlichting kunt vinden. De meeste problemen kunnen in drie tot tien dagen worden geëlimineerd. Zelfs langdurig chronische klachten kunnen in minder dan anderhalve maand aanzienlijke verbetering te zien geven.

Over dat deel dat “fascia” heet

Fascia ziet er met het blote oog uit als een dun wit vlies wat direct onder de huid ligt, en het lijkt de verpakking van alles onder onze huid. Als je de fascia met een microscoop gaat bekijken, zie je dat het eigenlijk een fijnmazig web is. Bovendien ligt het niet alleen om de spier heen, maar het loopt er ook doorheen en geeft zo vorm een stevigheid aan de spieren, net als een compressiekous dat doet.

Als je nog verder kijkt, zie je dat de fascia in verschillende lagen door het lichaam loopt en zelfs helemaal doorloopt tot in onze diepste botten. Niet alleen loopt het door tot in de botten, maar het speelt ook een belangrijke rol in de bescherming van onze gewrichten en onze organen.

Die fascia bestaat voor het allergrootste deel uit water. Afhankelijk van onze leeftijd ligt dat tussen de 80 en 60 procent! Hoe meer vocht onze fascia bevat, hoe soepeler en veerkrachtiger we zijn. Naarmate we ouder worden en minder gevarieerd bewegen, verliezen we een deel van dat vocht en worden we strammer en lopen we meer kans op het ontwikkelen van triggerpoints.

Gelukkig is fascia een weefsel wat zich goed laat herbevochtigen. Als we onze fascia re-hydrateren, verliezen triggerpoints hun voedingsbodem en zijn ze gemakkelijker oplosbaar. De methode die hiervoor is ontwikkeld staat bekend als de MELT methode.

 

De fysiologie van een triggerpoint

Het deel van een spiervezel dat de feitelijke contractie verzorgt is een microscopisch kleine eenheid die sarcomeer wordt genoemd. Een sarcomeer trekt zich samen als zijn twee delen bij elkaar komen en zich als vingers in elkaar vouwen. In je spieren moeten miljoenen sarcomeren zich samentrekken om ook maar de geringste beweging te veroorzaken. Een triggerpoint bestaat als te sterk gestimuleerde sarcomeren chemisch niet langer in staat zijn hun samengetrokken toestand te verlaten.

Onderstaande tekening is een getekende weergave van meerdere spiervezels binnen in een triggerpoint. Hij is gebaseerd op een fotografische opname via een elektronenmicroscoop.

Letter A is een spiervezel in een normale ruststand, uitgerekt noch samengetrokken. De afstand tussen de korte dwarsverbindingen (Z-lijnen) binnen de vezel definieert de lengte van de individuele sarcomeren. De sarcomeren lopen in de lengte van de vezel, loodrecht op de Z-lijnen.

Letter B is een knoop in een spiervezel die bestaat uit een aantal sarcomeren in de toestand van continue maximum contractie. Dit kenmerkt een triggerpoint. De opgebolde verschijning van de spierknoop laat zien hoe dat segment van de spiervezel is samengetrokken en korter en dikker is geworden. De Z-lijnen zijn heel dicht bij elkaar getrokken.

Letter C is het deel van de spiervezel dat zich uitstrekt van de spierknoop tot aan de aanhechting van de spier (in dit geval aan het borstbeen). Let op de grotere afstand tussen de Z-lijnen, wat aangeeft hoe de spiervezel wordt uitgestrekt door de spanning binnen in de spierknoop. Deze overstrekte segmenten veroorzaken het strakke en verkorte gevoel in een spier.

Normaal gesproken werken de sarcomeren als kleine pompjes. Ze trekken zich samen en ontspannen om het bloed, dat in hun voedingsbehoeften voorziet, door de haarvaten te laten circuleren. Als de sarcomeren in een triggerpoint hun contractie vasthouden, stopt in feite de bloedcirculatie in het betreffende gebied. Het gebrek aan zuurstof en de ophoping van afvalstoffen irriteren het triggerpoint. Het triggerpoint reageert op deze noodtoestand met het versturen van pijnsignalen.

De massage van het triggerpoint spoelt het weefsel schoon en helpt de vastgelopen sarcomeren in het triggerpoint weer los te komen. Door zelf direct op de triggerpoints druk te geven, is de zelfmassage de veiligste, meest natuurlijke en een heel effectieve vorm van pijntherapie.

Wat een belangrijke rol speelt in de verplaatsing van afgeleide pijn is de fascia, ofwel: ons bindweefsel. Als dat te zeer is uitgedroogd, zit het als een pas gewassen spijkerbroek om de spieren heen, en krijg je die triggerpoints nauwelijks weg! Als je wilt weten wat je daar aan kunt doen, verdiep je dan in het systeem dat bekend staat als De Melt methode.